Alledagjes: Help! Corona! Een dagboekje (deel 20)

In tijden van Coronacrisis houdt Tietia Feikens een dagboek bij over alles wat haar bezighoudt in deze zorgelijke, verwarrende en vooral ongekende tijden. Vandaag deel 20. (Eerdere delen: deel 1 , deel 2deel 3deel 4deel 5deel 6deel 7deel 8deel 9deel 10deel 11, deel 12, deel 13, deel 14, deel 15, deel 16, deel 17, deel 18, deel 19).

Zaterdag 18 april

Van de winter toen het éiéieéieéindeloos lang regende, dagen en dagen achter elkaar, zei ik eens tegen Jan ‘ik begrijp niet dat ze niet beginnen met het opvangen van al dat regenwater, want je zal zien dat we van de zomer weer een tekort hebben vanwege de droogte’. Nou jongens het is nog lang geen zomer en we moeten nu al zuinig met water! Doordat mensen massaal thuiszitten en ze toch iets te doen willen hebben, zijn ze allemaal begonnen met het mooi maken van hun tuintjes. De tuincentra spinnen er garen bij. De viooltjes en petunia’s zijn niet aan te slepen. Maar al die tuintjes moeten wel bewaterd. En de boeren sproeien het land ook al, want dat is veel te droog en het gewas moet nu gaan groeien. We staan met zijn allen nu een half uur onder de douche ’s ochtends, in plaats van 5 minuten, want haast hebben we niet meer, omdat we thuiswerken.  Het is april en nu al hebben we een tekort aan water. Ik hoorde het gister op tv.

Dan irriteer ik me dus aan het feit dat waterbedrijven en de overheid daar niet op hebben ingespeeld. Of eigenlijk is het niet zozeer ergernis als wel onbegrip; zij hebben dit toch ook zien aankomen? Met de  corona crisis hebben ze natuurlijk geen rekening gehouden, maar met het feit dat we steeds warmere zomers krijgen toch wel? Vannacht lag ik daar dus wakker van. Niet omdat ik me zorgen maak, maar dan ga ik oplossingen bedenken en dan begint het te borrelen in mijn hoofd en ben ik super alert en klaarwakker. Ik ben maar uit bed gegaan om alles op te schrijven en zo mijn hoofd weer leeg te maken. Anders kan ik toch niet meer slapen. Nu heb ik, al zeg ik het zelf, een briljant plan bedacht voor het opvangen van regenwater. Een geweldig systeem. Ik kan het zo aanbieden bij waterbedrijven, bedrijven voor milieu, duurzaamheid en innovatie en bij de ministeries. Alleen nog even uitwerken…

We hebben de kinderen laten weten, dat als het mooi weer is en we buiten kunnen zitten, ze best eens even kunnen komen voor een bakje koffie of thee. Niet iedereen tegelijk maar met twee per keer, en een eventueel kleinkind natuurlijk. Geen uren maar gewoon even gezellig bijkletsen op anderhalve meter. Moet kunnen. Vanochtend komt Jan zijn middelste dochter S. met onze kleinzoon. Haar man blijft thuis, die is als zij-instromer aan het afstuderen voor de PABO. S. stuurt bijna elke dag wel filmpjes, zodat we goed op de hoogte blijven van hun wel en wee. Maar toch is het heerlijk om ze live te zien. Ook al moet ik me inhouden om dat kleine manneke van twee niet even tegen mijn hart te drukken. Gelukkig maakt hij het ons niet moeilijk om afstand te houden want, hoewel hij gek is op pake en beppe, is hij nog steeds een klein beetje éénkennig. Knuffels en kusjes zijn meestal voor mama, zelfs papa moet moeite doen voor een kusje. Hij rent ons dus niet spontaan in de armen en dat komt nu goed uit.

Jan heeft de speelgoedtrekker, die we tweedehands kochten, schoongemaakt en daar wil A. mee spelen. Auto’s, trekkers, bussen en treinen hebben een onweerstaanbare aantrekkingskracht op hem. Hij kan bijna alle auto’s al op merk herkennen. Het is heerlijk om het kleine kereltje te zien spelen, daar genieten we van. Even lijkt de hele corona crisis vergeten. Terwijl we met S. op de veranda gezellig zitten te praten zien we kleine A. aandachtig naar alle dierengeluiden luisteren die er bij ons te horen zijn, en dat zijn er nogal wat. Als er op een gegeven moment een schaap diep vanuit haar keel blaat schrikt hij en klimt bij zijn moeder op schoot. ‘Dat vin ik niet reuk’ zegt hij onder de indruk. Hij zegt de L niet maar maakt er een R van, heel grappig. We weten het kleine stadsmannetje te overtuigen dat het schaap niet bij ons kan komen. Als ze weer naar huis gaan fluistert A. ‘ik wil bij pake en beppe brijve’ en als we langs het weiland naast ons lopen strekt A. uit zijn armpje uit en wijst ‘rammetjes’ zegt hij. Even vraag ik me af hoe hij weet dat het rammetjes zijn en geen ooitjes. Maar dan weet ik het weer: de L wordt de R.

Op Facebook kom ik een kaartje van Nederland tegen waarop je kunt klikken en dan kun je zien hoeveel corona-doden er in jou gemeente zijn gevallen. Eigenlijk, als je er goed over nadenkt, wel van de zotte dit! We zijn zo gewend geraakt aan al het corona nieuws dat de meesten van ons dit niet eens als gek zullen ervaren maar dat is het wel vind ik. En toch kan ook ik de verleiding niet onderdrukken om het even te proberen. In de gemeente Waadhoeke, waar ik woon, zijn 5 doden gevallen per 100.000 inwoners. Om te weten hoeveel het er dan echt zijn moet je weten hoeveel inwoners je gemeente heeft. Het gaat me te ver om dat op te zoeken maar ik weet zeker dat er mensen zijn die dit doen. Ik vraag me wel af waar die doden dan gewoond hebben en of er mensen in mijn omgeving hebben gewoond. Tijdens het journaal ’s avonds wordt er verteld dat er de afgelopen week meer dan 5000 mensen zijn overleden in Nederland. 2000 meer dan normaal in deze periode. Het wordt verteld alsof het om de hoeveelheid neerslag gaat die er is gevallen. Maar lieve mensen, 2000 doden! Dat is verschrikkelijk! Dat is 20 keer mijn dorpje met net 100 inwoners. 20 keer! En dat per week hè? Ik word er helemaal akelig van. Gelukkig vinden Jan en ik daarna een mooie film op Netflix om ons even helemaal in te verliezen. Al denk ik dat ik het op dat moment het meeste nodig heb. Jan is wat meer stoïcijns met dit soort dingen.

Zondag 19 april

Ik sta vroeg op, Jan blijft nog even lekker liggen. Nadat ik de hondjes heb uitgelaten en heb genoten van de vroege ochtendstond eet ik snel een stuk brood en drink een kop thee. Vandaag wil ik verrassingspakketten bij onze oudjes brengen. De hele week liggen er al allemaal dingen op tafel die ik in de tassen kan stoppen. Tijdschriften, eigengemaakte zeepjes, bonbons in eigengemaakte cadeauzakjes (uit Flow magazine), flesjes met smoothies, zakjes suikervrije drop en nog veel meer. Gewoon omdat ik het leuk vind om ze even een blij momentje te geven.

Al vroeg in de ochtend vertrek ik, Jan blijft thuis om verder aan zijn nieuwe schuur te klussen. Eerst rijd ik naar Grou, waar ik een grote glimlach op het gezicht van mem tover, die me totaal niet verwacht had en de verrassingstas blij in ontvangst neemt. ‘Kom d’r even yn’ zegt mem. Ze heeft een ruim appartement waar we met gemak anderhalve meter uit elkaar kunnen zitten. Voordat ik bij haar aanbelde heb ik mijn handen ontsmet en de knoppen van de galerijdeuren heb ik met mijn mouw aangeraakt. Dus het kan. Bovendien heeft mem ook ontsmettingsmiddel in huis.

Het is fijn om even bij haar te zijn. Het gaat goed met haar maar gisteravond kon ze bijna niet in slaap komen, want ze heeft van haar jongste zoon een oude smartphone gekregen en gister heeft ze een instructie gekregen om hem te gebruiken. En dat maalde allemaal rond in dat oude koppie. Ja logisch dat je dan niet kunt slapen. Maar hoeraaaaa mem is aan de smartphone! We hebben haar al jaren zover geprobeerd te krijgen, maar ze wilde er niet aan. En we konden honderd keer zeggen dat een smartphone veel makkelijker in het gebruik is dan haar oude nokia, mem hield voet bij stuk. Maar nu, nu ze bijna niemand meer ziet en de mogelijkheid van videobellen en whatsappen haar toch wel aantrekkelijk voorkwam, is ze overstag gegaan.

‘Maar het is wel moeilijk hoor’ zucht ze. Hier, ik wil Atsje een gelukwensen, maar wat moet ik nou ook al weer doen?’ Ze schuift de telefoon in mijn richting. Normaal zou ze naast me op de bank komen zitten en dan had ik het haar kunnen laten zien, zo deden we het ook met haar oude toestelletje. Maar dat kan nu niet. Dus ik schuif de telefoon met mijn mouw weer terug en geef haar op een afstand instructies. Die ik soms bijna moet schreeuwen, want mem wordt wat doof. Maar het lukt haar. ‘Ik ben trots op je mem’ zeg ik. Mem lacht, verlegen als een schoolmeisje. We nemen afscheid. ‘Jammer dat we net even fûskje kinne’ zegt mem. Normaal knuffelen we elkaar en geven elkaar een kus maar nu niet.

In Leeuwarden zijn ook mijn ouders blij verrast. Ze vinden het geweldig, Tietia’s CCP Corona Crisis pakket. Helemaal in hun nopjes zijn ze. ‘Kom je er ook even in?’ vraagt mijn moeder. ‘Alleen als we buiten kunnen zitten’ zeg ik. Hun huis is wat minder ruim dan het appartement van mem. ‘Jaaa dan kun je onze tuin ook even zien’ zegt mijn vader opgetogen. Ze hadden me al geappt en foto’s gestuurd van hoe leuk hun tuin geworden was met alle bloemetjes, die een nicht van me voor hen had gehaald bij een tuincentrum. Maar nu kan ik het in het echt zien.

Ze zijn reuze trots op hun stadstuintje dat ze hebben omgetoverd tot een idyllisch paradijsje. Wat is het leuk om, zij het met anderhalve meter afstand, elkaar even te zien. Mijn moeder steekt voor de gezelligheid een sigaretje op. ‘Ach geef mij er ook maar één zeg ik’. De laatste sigaret heb ik maanden geleden gerookt, ook eentje. ‘Nou dan pak ik een klein sigaartje’ zegt mijn vader. Die rookt ook bijna nooit. Mijn moeder wel, die krijg je er met geen zeven paarden meer vanaf op haar 83e. Even later moeten we er allemaal om lachen dat we met zijn drieën zitten te roken. Dat doen we nooit. Vroeger wel maar al jaren niet meer.

Mijn ouders zijn blij en zien er goed uit. ‘Weet je, zegt mijn vader, misschien wel wat raar om te zeggen, maar ik vind het allemaal wel heerlijk zo met die crisis, lekker relaxed. We hoeven even niks’. Mijn moeder valt hem bij, zij vindt het ook heerlijk rustig zo. Gek, van de week hoorde ik iemand precies hetzelfde zeggen ‘misschien wel wat raar om te zeggen maar ik vind het wel lekker zo’. Het lijkt alsof we ons moeten verontschuldigen dat we genieten van lekker ontspannen leven en niet zoveel moeten. Alsof de norm is dat je het druk hebt. Hoe vaak vraag je ook niet iemand hoe het gaat en dan vertelt diegene niet hoe het gaat maar antwoordt ‘Druk, druk, druk!’ Raar eigenlijk. Op mijn vaders verzoek maak ik nog even een paar leuke foto’s van hem en mijn moeder tussen de bloemetjes. Die ik hun bij thuiskomst app.

’s Middags belt mijn zoon. Hij klinkt wel vrolijk, maar geeft aan dat hij het best moeilijk heeft met de crisis. Van onze kinderen is hij de enige die alleenstaand is. Dat is toch heel anders dan wanneer je met zijn tweeën bent. Hij is blij dat hij zijn werk heeft als woonbegeleider, daar is hij druk mee, want zijn jongeren met licht verstandelijke of autistische beperkingen hebben juist nu, met de sociale lockdown, extra veel problemen. Dat hoor ik ook van Jan en van mijn dochter, die allebei sociaal werker zijn. Ook hun cliënten hebben het extra zwaar nu. Mijn zoon heeft dus als hij aan het werk is, afleiding genoeg, maar in het weekend, als hij alleen is, verveelt hij zich snel. We spreken af dat hij snel weer even een bakje koffie of een biertje bij ons komt drinken. Toch probeert ook mijn zoon er het beste van te maken. Hij wandelt en fietst veel, sport vier keer in de week thuis en kijkt naar Netflix maar hij heeft een grote vriendengroep die hij normaal in het weekend ziet en die mist hij. En hij mist Cambuur. Mijn zoon is een die-hard Cambuur fan en hij kan niet wachten tot hij weer met zijn vrienden op de tribune kan zitten om keihard zijn favoriete ploeg naar de overwinning te schreeuwen.

Deel dit artikel

Full 2
Culinaire routes
De leukste restaurants, de meest verfijnde smaken, de eerlijkste gerechten.
Full 2
Full 2
Fiets, wandel- en vaarroutes
Kom lekker in beweging en loop of fiets een mooie route!
Full 2
Full 2
Er op uit
Nederland is veelzijdiger dan je denkt. Laat het dagelijkse leven even achter je en geniet!
Full 2
Full 2
Schrijf mee
Vertel jij graag mooie verhalen? Schrijf dan mee met de redactie van 50+
Full 2
previous arrow
next arrow
Scroll naar boven
Scroll naar top