Het is rond elf uur op een gewone zonnige zaterdagochtend, de eerste officiële zomerse dag waarop veel mensen in hun tuin of op een terrasje van de zon genieten, als er een ambulance te horen is. Geen bijzonderheid in een stad, niet iets om van op te kijken. Dat deze ambulance onderweg is naar het huis van de bekende Leeuwarder Johan Groote, beseft niemand. Alleen zijn jongste dochter heeft een naar voorgevoel.
Een dag eerder vierde de oud-Cambuurspeler en toenmalig hoofdtrainer van voetbalclub Frisia zijn zestigste verjaardag. Vandaag, 7 mei 2016, is het de dag waarop voor Johan en zijn familie alles verandert. Johan krijgt die ochtend een hartstilstand. Het is een aaneenschakeling van gelukkige omstandigheden die maken dat Johan op tijd door zijn vrouw Janny gereanimeerd wordt en het overleeft. Ze heeft nooit een cursus gedaan maar via de telefoon krijgt ze aanwijzingen van de hulpdiensten totdat de ambulance arriveert met een AED. Beiden geloven niet in toeval, het is zijn tijd nog niet.
Na aankomst in het ziekenhuis staat er binnen no time een team van veertien mensen om hem heen. Johan mompelt steeds maar: ‘Ik snap er niks van, ik snap er niks van’. Er volgt een zware hartoperatie. En hij krijgt er nog een longontsteking bij. Een nare, gevaarlijke complicatie. Hij komt er bovenop, maar heeft veel pijn. Op zijn borst zit een klem die hij bij het hoesten vast moet houden zodat de wond niet open gaat. Aan die eerste dagen in het ziekenhuis heeft hij niet veel herinneringen.
Over de voetballer en trainer Johan en zijn carrière is al veel geschreven. Hij is als oud-voetballer van Cambuur een bekende Leeuwarder, een BL’er in Janny haar woorden. Enorm geliefd ook. Een paar uur nadat hij in het ziekenhuis is opgenomen weet de halve stad al dat er iets is gebeurd en krijgt Janny de eerste appjes. Iedereen leeft zo mee dat zijn vrouw kordaat zorgt dat er een groot vel papier op de deur van zijn ziekenhuiskamer komt te hangen met ‘Johan Groote, geen bezoek!’ Het moet wel, anders is het veel te druk voor hem in die eerste dagen.
‘Ging ik meteen negentig kilometer achter elkaar fietsen’
Tijdens de revalidatieperiode van twaalf weken in het ziekenhuis valt het Johan op dat een groot deel van de mensen die tegelijk met hem revalideren veel aan sport doet. Mensen die fanatiek fietsen, voetballen of een andere sport intensief beoefenen. “Als sporter ga je vaak tot de grens. En met enige regelmaat er overheen,” vertelt Johan. “Voor mij gold dat zeker. Je wilt jezelf altijd verbeteren, dat is je ‘drive’ als sporter.” Ook na de revalidatie, als hij lange stukken gaat fietsen op een elektrische fiets, is het moeilijk dat met mate te doen. “Ging ik meteen 90 kilometer achter elkaar fietsen. Zei de cardioloog dat het misschien ook in drie stukken van 30 kilometer had gekund.”
Hij lacht erom, net als Janny die de winnaarsmentaliteit van Johan bevestigt. Al is hij de laatste tijd wel rustiger geworden. Emotioneler ook. Het is nu ruim een jaar later. Dochter Brenda is met haar zoontje Mees bij ons gesprek aanwezig. Het is duidelijk te zien dat het een hecht gezin is. Er is nog een dochter, Nadine, die toen ze destijds de sirenes hoorde direct voelde dat er iets niet klopte. De buurvrouw komt via een min of meer gezamenlijke tuin haar hond zoeken, die lekker tussen ons in ligt op de bank. Het is tekenend voor de gastvrijheid van dit stel en hun verbondenheid met anderen.
Janny toont een filmpje waarop te zien is dat kleinzoon Mees voor het eerst bij opa op bezoek komt in het ziekenhuis. Een onherkenbare Johan, een andere blik in zijn ogen. Al krijgt het kleine mannetje van drie maanden het wel voor elkaar om bij opa zijn zo karakteristieke olijke lach tevoorschijn te toveren. De liefde voor die kleine en de humor die de familie Groote in ruime mate bezit, zijn goede instrumenten om na zoiets heftigs weer op te krabbelen. Maar makkelijk is het niet. Het is vooral moeilijk te accepteren dat het lichaam dat hij jarenlang intensief heeft getraind, hem zo in de steek heeft gelaten.
Hij houdt ze een spiegel voor en geeft een schop onder de kont waar nodig
Dat Johan veel meer is dan iemand die goed kan voetballen en van de sport houdt is onmiskenbaar. Hij probeert mensen altijd te doorgronden, te peilen hoe het gaat en weet wat iemand nodig heeft. Naast zijn hoofdtrainerschap bij verschillende clubs is hij al jaren hoofd Jeugdopleiding bij voetbalclub Leeuwarder Zwaluwen. Daar kun je hem uittekenen: sportjack en spijkerbroek, gulle olijke lach en altijd kinderen om hem heen. Voor een praatje, een knuffel of een high five. Ze zijn gek op hem en andersom. Hij is een mentor voor veel spelers waarmee het even niet zo lekker gaat. Neemt daar de tijd voor en geeft advies. Soms op een zachte manier, soms met hardere woorden. Maar altijd met de intentie iemand verder te helpen, te laten schitteren. Niet alleen op het voetbalveld, maar vooral ook als mens daarbuiten. Hij houdt ze een spiegel voor en geeft een schop onder de kont waar nodig.
Zijn betrokkenheid bij vooral jonge mensen blijkt ook uit het feit dat de familie Groote al een aantal jaren een jonge speler van Cambuur, afkomstig van Terschelling, liefdevol in huis opneemt. “Toen ik zelf van Emmen naar Cambuur kwam, vond ik het ook moeilijk en toen was ik al negentien jaar. Ik heb mijn vader wel eens gebeld en gezegd dat ik nú met de trein naar Groningen ging en hij me zo snel mogelijk op moest komen halen. Deze jongen is veel jonger dan ik destijds en we bieden hem een tweede thuis.” Voor Janny is het vanzelfsprekend dat ze de Cambuurspeler onderdak biedt. “Hij hoort er inmiddels helemaal bij, onze dochters zijn zijn grote zussen. We genieten heel erg van de aanwezigheid van hem en zijn vrienden.”
Johan voelt nooit echt dat zijn lichaam aan de bel trekt
Die zorg voor anderen, het altijd aanvoelen wat iemand nodig heeft, die oprechte aandacht voor iedereen en altijd in het middelpunt staan heeft ook een keerzijde. Johan voelt in die laatste maanden voor zijn hartstilstand nooit echt dat zijn lichaam aan de bel trekt, al is hij wel vermoeider. Hij is ook regelmatig gestresst. Janny vertelt: “Ging hij bij thuiskomst stuurs op de bank zitten en had een muur om zich heen. Daar was niet door te komen.” Johan is aan het malen en piekeren over situaties en mensen.
Inmiddels is hij opener geworden. Na enig aandringen vertelt hij nu wel wat hem bezighoudt. Dat is de grootste verandering, er wordt nu gepraat. Hij heeft een energetisch therapeute gevonden voor zijn schouderklachten en zij helpt hem wat meer te ontspannen. “We gebruiken vaak het beeld van een ballon die naar me toekomt. Die kan ik vastpakken, maar daarna ook gewoon weer loslaten. Want dat is wat ik moet doen, meer loslaten. Misschien een beetje zweverig, maar daar heb ik wel wat mee,” zegt Johan met een grijns. Hij draagt sinds kort een klein bruin steentje bij zich, een tijgeroog. Geen toeval, hij heeft ook iets met wilde dieren en de kracht die ze uitstralen. Dat steentje is een reminder om zaken anders aan te pakken.
‘Ik denk dat ik voelde dat het goed zou komen’
Janny heeft niet echt last van die gebeurtenis van vorig jaar, hoe heftig het ook was. Ze handelde en reageerde kalm en doortastend. “Ik denk dat ik voelde dat het goed zou komen.” De emoties zijn er ook later niet echt uitgekomen. “Daar voel ik me wel eens schuldig over, alsof ik het allemaal niet heel erg vond,” zegt ze. Ze is volgens haar dochter het type van doorgaan en niet teveel achterom kijken. Al zegt ze regelmatig waar het op staat, ze is ook iemand die veel binnenhoudt. “Begin dit jaar is haar moeder overleden en toen we een paar maanden geleden de hond Nika moesten laten inslapen kwam alles er wel even heel heftig uit,” zegt Johan. “Om die hond heeft ze enorm veel verdriet gehad. Dat was een opeenstapeling van emoties.” Zowel bij Janny als bij haar dochters speelt wel een stukje angst. “We checken allemaal vaker of hij oké is. In het begin bedacht ik regelmatig een smoesje om hem een appje te kunnen sturen,” bekent Brenda. “En ik heb meteen een reanimatiecursus gevolgd. Mijn moeder heeft het verschil gemaakt, dat wil ik ook kunnen als het nodig is, voor wie dan ook.”
Hoewel hij nog steeds aan het herstellen is, zit Johan sinds dit seizoen bij zijn oude club FVC weer op die vertrouwde bank te schrijven en af en toe springt hij op om een speler met luide stem een aanwijzing te geven. Soms positief, soms ook even snoeihard. Om dan na de wedstrijd iedereen die hij kent van eigen club én tegenstander op zijn kenmerkende warme manier te begroeten met een klap op de schouder, een handkus of een stevige knuffel. Afgelopen mei plaatste één van zijn dochters op zijn verjaardag een foto op Facebook van een taart met één kaarsje erop . Ze noemde het zijn tweede ‘eerste verjaardag’. Nog een paar jaar voetbal en dan is het klaar. Er is meer dan dat, altijd al geweest trouwens. Ze hebben een caravan gekocht en gaan daar lekker van genieten. De voetbal die hij aan de voet houdt, moet worden verruild voor een ballon die je los kunt laten. Het steentje zit in zijn broekzak om dat niet te vergeten.