Op de allereerste vakantiedag worden de zeilen gehesen en pas de laatste weer gestreken. Fervent zeiler Erik Prins (58, docent en consultant) pakt ieder vrij moment om op zee te kunnen zijn. Samen met zijn vrouw vaart hij momenteel bij Denemarken. Volg zijn blog!
Blog II – Het is geen mooie zeilzomer op de Oostzee. Er valt teveel regen, de temperaturen zijn te laag en er is teveel wind. De tocht van afgelopen week werd een les in windrichtingen.
Voor de wind weg
We vertrokken uit Arhus op een stijve bries, de benaming voor windkracht 6, uit het westen. Dat was niet zo erg want we gingen naar het oosten en daarna pal zuid. We hesen het grootzeil niet, maar rolden wel de fok uit. Het was genoeg. Met een flinke snelheid liepen we voor de wind weg.
We zeilden langs Moesgard-strand. Achter het strand ligt het Moesgard Museum, het mooiste natuur-historisch museum van Denemarken. Moesgard bezit onder meer een paar prachtig geconserveerde veenlijken.
De wind gierde door het want
De kustlijn boog langzaam naar het zuiden en wij dus ook. De wind kwam nu pal van opzij maar ook dat was goed te doen. We stoven af op Hou, een veerhaven aan de kust van Jutland. Even overwogen we om meteen door te varen naar Juelsminde maar de verwachting was dat de wind nog zou toenemen. ’s Nachts in de haven van Hou gierde de wind inderdaad door het want.
Bel Esprit ging flink tekeer
De ochtend bracht een matige koelte en de wind kwam, met een kracht van 4, helaas niet meer uit het westen. De wind was gedraaid naar het zuiden. Een klein verschil maar nu blies hij vanuit de richting waar we naar toe wilden. Normaal gesproken laveer je dan naar je bestemming, maar de Svanegrund ten zuiden van Hou zit vol met ondieptes. En met tonnen die precies aan de juiste kant gepasseerd moeten worden. Er zat niets anders op dan op de motor tegen de wind en de golven in te varen. Onze Bel Esprit ging flink tekeer op de golven en dat haalde de vaart er flink uit.