Schoonmaakdoekjes met stoffer

Alledagjes – ‘ZE’ en mevrouw baas

Vochtige schoonmaakdoekjes zijn mijn vriend! Sinds ik die heb ontdekt is schoonmaken een eitje. Ik zing er nog net niet bij.

BLOG – We zijn op vakantie in het zomerhuisje en dat moet natuurlijk ook wel eens schoon. Nou hebben Jan en ik geen zin om daar veel tijd aan te besteden, aangezien we wel iets beters te doen hebben. Dus Jan stofzuigt het hele huisje en ik neem de statische plumeau ter hand voor alle stof en spinnenwebben en daarna poets ik wat vies is met mijn vochtige schoonmaakdoekjes. Hoera! In een oogwenk is het gebeurd. Ooit nam ik schoonmaken heel serieus, aangezien ik het op een bizarre manier geleerd heb. Perfect schoonmaken, dat moest ik. En met perfect bedoel ik ook écht perfect.

Ik werkte me het ‘schompes’

Mensen die mijn blogs vaker lezen, weten dat ik vroeger bij een tandarts heb gewerkt. Negentien was ik toen ik daar in dienst kwam. Ik bekleedde daar zo ongeveer alle functies die er waren. Stoel-assistente, receptioniste, administratrice, sneeuwruimer, preventie-assistente, achterstallige betaling-inner, koerier en schoonmaakster. Waarschijnlijk ben ik nog wel een paar taken vergeten. Tegenwoordig zijn veel van die taken gesplitst maar ik deed ze allemaal tegelijk. Ik werkte me het schompes en maakte vaak weken van 50-60 uur voor een schamel loontje van 800,- gulden. Dat was zelfs voor die tijd bijzonder weinig en er was nog geen CAO voor tandartsassistentes. Maar ik was opgevoed met het idee dat je respect moest hebben voor notabelen.

Wolf in schaapskleren

Een woord dat mijn kinderen waarschijnlijk niet eens meer kennen. Dus het scheelde net niks of ik boog voor ze. En met ze bedoel ik mijn baas en mevrouw baas, zijn echtgenote. Mijn baas was een lieve, gezellige man maar mevrouw baas was de echte baas van de praktijk. Zij bewaakte op de bovenverdieping het fort en deed de boekhouding. En ze maakte mijn salaris over, als ze het niet vergat. Ze was een wolf in schaapskleren. Haar, voor anderen, innemende glimlach leek op haar gezicht te zijn bevroren en haar ogen deden niet mee. Wie in die ogen keek, huiverde van de hardheid die daar te zien was. Ik huiverde ook en dus deed ik alles, echt alles, wat mijn baas en mevrouw baas me opdroegen. Ze hadden een ideaal slachtoffer aan mij; Negentien jaar, zo groen als gras en met een diep ingesleten ontzag voor iedereen die ‘iets’ voorstelde. En ik sprak nooit tegen en zeurde ook nooit.

Klasseverschil

Mevrouw baas noemde mij ‘ze’ om daarmee nog eens extra het klasseverschil tussen ons te onderstrepen. Dan klonk het blikkerig door de intercom ‘Tietia wil ze even bovenkomen?’ Of ‘Tietia wil ‘ze’ het mos van het dakje van het schuurtje in de tuin schrapen?’ In dat schuurtje werden alleen de vuilniszakken neergezet, dus ik zag het nut er niet van in maar ik deed het. Alle dagen moest ik de hele praktijk zuigen, de toiletten schoonmaken en alle deurkrukken ontsmetten met een sopje met daarin Dettol. Daarnaast hield ik alle dagen de spreekkamers en al het instrumentarium schoon. Héél schoon! De hele dag door moest ik ‘pluizen rapen’ hetgeen inhield dat ik met arendsogen moest kijken of er niets op de vloer lag. Dat pakte ik dan tussen mijn vingers en gooide het weg. Oh wee als ik iets over het hoofd zag. Er mocht niet een vuiltje te zien zijn. Vaak vond ik ’s ochtends witte kladbriefjes en daar stond dan bijvoorbeeld op: zit spetje op kraan. Dat soort futiliteiten. Er stond niet bij welke kraan dus moest ik ze allemaal nauwkeurig bekijken. Daar leerde ‘ze’ van vond mevrouw baas. Nou ja, ze had wel gelijk, ik leerde het perfect te doen want ik kreeg nachtmerries van witte kladbriefjes met grote rode letters.

Mop

Op de dinsdagmiddagen kreeg de praktijk een grote beurt. Echt alles werd binnenste buiten gekeerd en er werd gelucht. Ook werd er, in tegenstelling tot de rest van de week, gedweild. Mevrouw baas was verschrikkelijk zuinig dus ze had zo’n goedkope dweilemmer met een mop. Op zich niks mis mee, ware het niet dat het plastic opzetstuk waar je de mop in uitwrong, kapot ging. Met het hart in de keel vroeg ik mevrouw baas of ik een nieuwe dweilemmer met mop mocht kopen. Dat vond ze zonde van het geld. Dan wrong ‘ze’ de mop toch gewoon met de hand uit? Nu was het in die tijd zo dat we nog geen latex handschoenen en mondkapjes hadden. Ik deed de hele dag niets anders dan handen wassen, aangezien ik tijdens het speeksel-zuigen met mijn blote handen in de mond van iedere patiënt zat. Hierdoor waren mij handen al rood en kloverig maar van dat uitwringen van die zanderige mop gingen ze helemaal kapot. De vellen hingen er bij. Ik zag geen andere mogelijkheid dan van mijn eigen geld een nieuwe emmer met mop én uitwringstuk te kopen. Mevrouw baas heeft er geen woord over gezegd en ik ook niet. Die 5,- gulden van mijn eigen geld had ik er graag voor over!

De stront zat tegen het plafond

Perfect schoonmaken leerde ik en vaak had ik er nog wel lol in ook. Op een enkele keer na. Zoals die ene keer dat op een middag, na een hevige hoosbui, de hele inhoud van de beerput met een enorme kracht omhoog kwam. In het patiënten-toilet. De stront zat tegen het plafond! Mevrouw baas zag er natuurlijk geen heil in om een schoonmaakbedrijf in te schakelen, veel te duur. Dus drie keer raden wie alles mocht schoonmaken? ‘Ze’! ‘Ze’ is daar uren en uren mee bezig geweest. Het was toevallig op een dinsdagmiddag, dus er waren geen patiënten. ‘Ze’ stopte haar rok in haar onderbroek, bond een dweil voor en nam het blik van een stoffer en blik, waarmee ze alle stront kokhalzend opschepte en in een dubbele vuilniszak leegde. ‘Ze’ poetste en boende net zo lang tot alles weer blonk als een spiegeltje. Mevrouw baas keurde minzaam het toilet en ze kon niet anders dan tevreden zijn. ‘Ze’ mag het dweilen vanmiddag wel een keer overslaan hoor, zei ze fideel, als ‘ze’ maar wel even pluizen ruimt’.

Daarna was de rek er ook wel uit

Je zou je af kunnen vragen waarom ik mezelf in godsnaam zo bleef kwellen en geen ontslag nam. Dat zat zo: hoewel je het na bovenstaand verhaal niet zou vermoeden, was ik een rusteloos, dromerig meisje met een koppige, rebelse natuur. Veel van mijn leeftijdsgenoten gingen na de HAVO studeren maar ik haatte school! Ik heb er altijd moeite mee gehad om in een hokje gedrukt te worden. Het schoolse systeem paste totaal niet bij een kind als ik. Dus na de HAVO riep ik ‘ ik ga nooit, nooit van mijn leven weer naar school!’ Niet wetende dat ik later een MBO- en twee HBO-studies zou afronden en daar ook nog bijzonder veel plezier in zou hebben. Daar kwam bij dat mijn vader en mijn ex-schoonouders dit een baan ‘van standing’ vonden. Zo konden ze trots op me zijn en dat was me heel wat waard, met mijn lage zelfwaardering. Vooral mijn ex-schoonouders (voor wie ik heilig ontzag had ook al waren het geen notabelen) hadden niet het vertrouwen dat het nog eens wat zou worden met mij. Dus ik bleef. Ook omdat ik een doorzetter ben. En zo kwam het dat ik het vijf jaar volhield met mevrouw baas. En tien jaar later nog eens twee jaar. Maar daarna was de rek er ook wel uit. Ik wilde, na een onterechte tirade van haar kant, nooit meer iets te maken hebben met mevrouw baas. Ook al heeft ze me leren incasseren en heb ik een arbeidsethos om U tegen te zeggen.

En tegenwoordig? Tegenwoordig maakt ‘zij’ schoon zoals ‘zij’ dit zelf wil. ‘Ze’ ontdekte de vochtige schoonmaakdoekjes en maakte deze tot de hare. Het hoeft niet meer perfect, een beetje minder is ook goed genoeg.

Deel dit artikel

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Full 2
Culinaire routes
De leukste restaurants, de meest verfijnde smaken, de eerlijkste gerechten.
Full 2
Full 2
Fiets, wandel- en vaarroutes
Kom lekker in beweging en loop of fiets een mooie route!
Full 2
Full 2
Er op uit
Nederland is veelzijdiger dan je denkt. Laat het dagelijkse leven even achter je en geniet!
Full 2
Full 2
Schrijf mee
Vertel jij graag mooie verhalen? Schrijf dan mee met de redactie van 50+
Full 2
previous arrow
next arrow
Scroll naar boven
Scroll naar top